Oplossingen om gebouwen zonder aardgas te verwarmen

In dit hoofdstuk geven we aan welke oplossingen er in Lisse zijn om buurten zonder aardgas te verwarmen.

Belangrijk is dat we beginnen met energie besparen, om onze ambitie van 15% energiebesparing (t.o.v. 2014) te halen. Door de gebouwen te isoleren en zuinige apparaten te gebruiken hebben we minder duurzame energie nodig. In ‘Wat kan ik nu al doen?’ gaan we verder in op isoleren en energiebesparing.

De hoeveelheid warmte die dan nog nodig is moet straks duurzaam ingevuld worden. Hoe goed een gebouw geïsoleerd is, bepaalt welke duurzame oplossingen gebruikt kunnen worden.

Welke oplossingen in Lisse kansrijk zijn, ziet u op de kaart. We maken nu nog geen keuzes, maar geven wel een beeld van hoe het zou kunnen worden, met de kennis van nu. Deze kaart noemen wij de ‘WAT-kaart’. Per buurt kunt u hierop zien wat de meest kansrijke mogelijkheden zijn (ook met het oog op de kosten). Er zijn in het algemeen vier verschillende manieren waarop huizen en gebouwen duurzaam verwarmd kunnen worden. Dit sluit aan bij de oplossingen uit de Startanalyse en het advies van het Planbureau voor de Leefomgeving.

  1. Volledig elektrisch verwarmen met een warmtepomp (individueel)

Voor het verwarmen van gebouwen en tapwater kan elektriciteit gebruikt worden. Dit wordt ook wel all electric genoemd. De meest efficiënte manier om elektrisch te verwarmen is met een warmtepomp. Een warmtepomp haalt (met behulp van elektriciteit) warmte uit de bodem of de buitenlucht.

All electric verwarmen met een warmtepomp wordt een individuele oplossing genoemd. Ieder gebouw wekt zijn eigen warmte op met behulp van een individuele installatie. Meer informatie over (elektrische) warmtepompen vindt u bij ‘Verdieping en achtergrond’ en op de website van het Expertise Centrum Warmte.

  1. Hernieuwbare gassen (individueel)

Bijna overal in Nederland ligt een gasnetwerk. Via dit netwerk wordt nu aardgas naar gebouwen gebracht. Wanneer het aardgas in het netwerk vervangen wordt door hernieuwbare gassen is dit een duurzame oplossing. Hernieuwbare gassen zijn groen gas (door planten te vergisten) of waterstof (te maken uit bijvoorbeeld elektriciteit). Gebruik van hernieuwbare gassen wordt een individuele oplossing genoemd. De opwekking van de warmte vindt per gebouw plaats, bijvoorbeeld met behulp van een CV-ketel.

  1. Hybride (individueel)

Wanneer zowel het elektriciteitsnetwerk (warmtepomp) als het gasnet (CV-ketel) wordt gebruikt, noemen we dit een hybride oplossing. Het is dus een combinatie van gas en elektrisch. Wanneer het gasnet nog gebruik maakt van aardgas is dit nog niet een volledig duurzame oplossing. Wel wordt er dan al veel minder CO2 uitgestoten dan met een gewone CV-ketel. Uiteindelijk kan dit aardgas vervangen worden door hernieuwbare gassen door het gasnet te laten stromen, zoals groen gas of misschien zelfs waterstof. Daarmee is het een goede tussenstap naar volledig aardgasvrij en voor veel woningen nu al een rendabele investering. Verwarmen met een warmtepomp en een CV-ketel wordt een individuele oplossing genoemd. Ieder gebouw wekt zijn eigen warmte op met behulp van een eigen installatie. Meer informatie over een hybride warmtepomp vindt u in ‘Verdieping en achtergrond’ en op de website van het Expertise Centrum Warmte.

  1. Warmtenet (collectief)

Een warmtenet bestaat uit buizen die onder de grond lopen tot aan de gebouwen. Warm water stroomt door deze buizen en levert zo de warmte. Warmtenetten worden ook wel stadsverwarming genoemd. Een warmtenet heeft wel een warmtebron nodig, zoals geothermie (aardwarmte uit de diepe ondergrond), restwarmte van een fabriek of water uit een kanaal of plas (zoals de Ringvaart). Dit laatste noemen we ook wel (een vorm van) aquathermie.

Om warmtebronnen met een lage temperatuur te kunnen gebruiken is wel een warmtepomp nodig om de temperatuur te verhogen. Dit kost elektriciteit.

De potentie van geothermie lijkt groot voor de Duin- en Bollenstreek. Het zou gaan om warmte met een midden temperatuur. Daarmee kunnen woningen en gebouwen verwarmd worden, na beperkte tot goede isolatie (label D of beter). Komende jaren moet duidelijk worden of geothermie gewonnen kan worden. En zo ja, of die warmte op een verantwoorde wijze en tegen een betaalbare prijs gebruikt kan worden in Lisse.

Een warmtenet wordt ook wel een collectieve oplossing[1] genoemd. Een warmtenet wordt namelijk niet aangelegd voor één gebouw, maar voor een hele buurt of (deel van) een dorp of stad. Er is voldoende schaalgrootte nodig om de investering terug te kunnen verdiepen. Bij bestaande bouw wordt vaak gekeken vanaf 500 – 1.000 woningen[2]. Voor een rendabele ontwikkeling van een warmtenet is het ook belangrijk dat de gebouwen voldoende dicht bij elkaar staan. Dit noemen we de warmtevraagdichtheid.

In Lisse zijn nu geen warmtenetten, maar dit is wel een van de mogelijkheden als alternatief voor het gasnetwerk. Meer informatie over warmtenetten leest u bij ‘Verdieping en achtergrond’ of op de website van het Expertise Centrum Warmte.

  • 1 Een warmtenet wordt een collectieve oplossing genoemd omdat een grotere groep samen aangesloten dient te worden. Niet te verwarren met bijvoorbeeld het collectief inkopen van zonnepanelen of gezamenlijk isoleren.
  • 2 Of een vergelijkbare warmtevraag van een kleiner aantal grote afnemers, zoals kantoren.