Onze uitgangspunten voor de Transitievisie Warmte

Om een strategie te maken hebben we uitgangspunten opgesteld voor het uitvoeren van de warmtetransitie. Deze uitgangspunten zijn door de gemeenteraad vastgesteld op 25 maart 2021:

1. Samenwerken en samen kennis delen om de verduurzaming te versnellen 

De warmtetransitie is een grote opgave, die de gemeente niet alleen kan uitvoeren. Daarom werken we samen met onze ketenpartners en delen we kennis over elkaars doelen, belangen, onze agenda’s en planningen. Hierbij komen we tot gezamenlijke duurzame doelstellingen voor zowel collectieve oplossingen als individuele oplossingen. Met als belangrijke randvoorwaarde dat deze oplossingen voor verduurzaming toegankelijk zijn voor iedereen. En dat we ervoor zorgen dat de benodigde werkzaamheden op elkaar aansluiten. Zo nemen we de regie bij het vormen van eventuele coalities voor de realisatie van bijvoorbeeld warmtenetten.  

Dit betekent dat wij: 

  1. Samen werken met onze ketenpartners en kennis delen. 

  2. Duurzame oplossingen toegankelijk maken voor iedereen. 

  3. Regie nemen om met elkaar de verduurzaming te versnellen. 

  4. Koppelkansen benutten bij herinrichting of nieuwbouw van een wijk en de nieuwe aardgasvrije bronnen en energiebesparingsprojecten. 

2. Realistisch en betaalbaar voor iedereen 

Bij de warmtetransitie gaat het erom dat het betaalbaar blijft. We weten uit de vele landelijke onderzoeken dat de kosten niet lager worden en/of gelijk blijven. Dit betekent dat we op zoek gaan naar oplossingen die voor de gemeenten en inwoners realistisch en betaalbaar zijn, nu en in de toekomst. Met als mogelijke realistische oplossing het zoeken naar mogelijkheden om iedereen over te laten stappen op een collectieve oplossingen. Met als belangrijke randvoorwaarden dat we transparant zijn over de kosten en dat we weten of inwoners deze kosten kunnen betalen. Al dan niet met behulp van (rijks-)subsidie.  

Dit betekent dat wij: 

  1. Oplossingen realiseren die betaalbaar zijn voor iedereen. 

  2. Transparant zijn over de kosten en de betaalbaarheid. 

  3. Faciliteren bij het zoeken en/of verstrekken van de juiste (rijks-)subsidies. 

3. Beschikbaar en betrouwbaar richting de toekomst 

Om de transitie te realiseren hebben we alle mogelijke warmtebronnen nodig. Het is daarom van belang inzage te hebben in het soort bronnen, de opslagmogelijkheden (bijvoorbeeld Warmte Koude Opslag) en de beschikbaarheid van deze bronnen. Hierbij kijken we niet alleen naar onze bodem (geothermie) en het vaarwater (Ringvaart/Leidsevaart). Ook kijken we naar de mogelijkheden van restwarmte van binnen en buiten onze gemeente. Met als belangrijke randvoorwaarde dat we een goede bronnenstrategie hebben. Met deze bronnenstrategie zorgen we dat het leveren van warmte in de toekomst richting bewoners betrouwbaar is en blijft.  

Dit betekent dat wij: 

  1. Inzage hebben in alle mogelijke warmtebronnen. 

  2. Een goede bronnenstrategie voor opwek en opslag hebben richting de toekomst voor zowel boven- als ondergrond. 

  3. Betrouwbare warmtelevering richting de toekomst willen. 

4. Aan de slag met energiebesparing 

De beste besparing is de energie die je niet gebruikt. Het aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving kan niet los worden gezien van de opgave om gebouweigenaren te stimuleren en ondersteunen om gebouwen “transitie gereed” te maken. Dit betekent dat iedereen kan starten met het aanbrengen van de juiste isolatie. Maar ook alvast het gereed maken van het binnen de woning aanwezig verwarmingssysteem, in afwachting van het beschikbaar komen van een aardgasvrije warmtebron.  

Dit betekent dat wij: 

  1. Iedereen adviseren de juiste energiebesparende maatregelen (zoals isolatie) te nemen. 

  2. Faciliteren bij het zoeken en/of verstrekken van de juiste (rijks-)subsidies.

  3. Inzichtelijk maken wanneer nieuwe aardgasvrije bronnen beschikbaar komen. 

5. We sluiten aan bij de regionale warmtevisie zoals deze in de RES 1.0 is opgenomen 

De beschikbaarheid van duurzame warmte in de regio heeft invloed op de beschikbaarheid van warmte voor onze gemeente, we zijn daarin mede afhankelijk van elkaar.  

De beschikbaarheid van duurzame warmte in de regio heeft invloed op de beschikbaarheid van warmte voor onze gemeente, we zijn daarin mede afhankelijk van elkaar. 

De regionale warmtevisie laat zien dat we op regionaal niveau, met een aansluiting op het Rotterdamse restwarmtenet, voldoende potentie hebben om aan de vraag van de gebouwde omgeving te voldoen, maar iets te kort komen wanneer de sectoren Landbouw en Industrie ook worden meegerekend. Subregionaal en lokaal zijn er wel verschillen. Op basis van de in 2019 uitgevoerde Warmteverkenning, passen we de volgende prioritering voor warmte toe zoals in de RES 1.0 is vastgelegd.  

Dit betekent dat wij binnen de samenwerking met de Holland Rijnland gemeenten; 

  1. Op basis van beschikbaarheid en wijkkenmerken restwarmte toepassen en zoveel mogelijk in regionaal verband. 

  2. Wanneer er geen restwarmte beschikbaar is geothermie toepassen, zoveel mogelijk in gezamenlijke netten. 

  3. Als de bronnen onder a en b niet beschikbaar zijn aquathermie toepassen, bij voorkeur gecombineerd met WKO’s. 

  4. Biomassa zo min mogelijk toepassen.

6. Aanvullende uitgangspunten gemeenteraad Lisse over de warmtetransitie (d.d. 25 maart 2021)

  1. De door de gemeente Lisse te maken kosten voor uitvoering en begeleiding van de Lokale Energiestrategie en Transitievisie Warmte worden door het Rijk gedekt, zolang het proces loopt, dan wel zolang dat noodzakelijk is. Behoudens de inzet van bestaande budgetten voor participatie en duurzaamheid.

  2. De door bewoners te maken kosten voor de transitie van hun (huur)woning met gas naar een (huur)woning zonder gas, mogen, conform de afspraken in het Klimaatakkoord, in totaliteit niet meer bedragen dan men kwijt is aan energiekosten in de (huur)woning met gas.

  3. Het college vertaalt het begrip ‘kostenneutraal’ naar een heldere en controleerbare definitie op basis waarvan per (huur)woning een eerlijk vergelijk kan worden gemaakt tussen de energiekosten die door de bewoner vóór en na de transitie worden gemaakt.

  4. De planning van de realisatie van doelen in de Lokale Energiestrategie en de Transitievisie Warmte wordt met het oog op de haalbaarheid en betaalbaarheid als volgt bijgesteld:

    1. De gemeente Lisse is niet in 2040, maar in 2050 energieneutraal.

    2. De gemeente Lisse heeft niet in 2040, maar in 2050 een circulaire economie.

    3. Het maatschappelijk vastgoed van de gemeente Lisse is niet in 2025, maar in 2030 energiezuinig (Label A+) en in 2030 zijn tenminste 3 objecten (waaronder in ieder geval het gemeentehuis) energieneutraal (NoM).”