Opzetten Energiebesparingsprogramma
Het is een grote opgave om 15 % energie te besparen tot 2030.
We richten ons op de isolatie van de gebouwen én op energiezuiniger installaties. 15% energiebesparing t.o.v. 2014 is in Lisse bijvoorbeeld te behalen door 20% van de gebouwen te isoleren (met gemiddeld 15% besparing op de warmtevraag) én te voorzien van een hybride warmtepomp.
Om dit te bereiken moet iedereen in de gemeente in actie komen. Om dat te stimuleren zetten we een Energiebesparingsprogramma op met een gemeentelijke voortgangsmonitor, waar we na vaststelling van de Transitievisie Warmte mee willen beginnen. Dat programma zal gericht zijn op particuliere huiseigenaren en andere gebouweigenaren (zoals VVE’s, bedrijfspanden en vastgoedbeheerders). We gaan eigenaren stimuleren en faciliteren om zoveel mogelijk op natuurlijke momenten (zoals bij een verbouwing of aanschaf van een bestaande woning) ook direct te isoleren. En we stimuleren om energiezuiniger installaties aan te schaffen. We willen hierbij ook (hybride) warmtepompen stimuleren. Zeker in het landelijk gebied, waar in ieder geval geen warmtenetten zullen komen. Als gemeente geven we het goede voorbeeld. Ons eigen vastgoed is in 2030 energiezuinig (Label A+).
In het Energiebesparingsprogramma geven we aan:
-
Op welke groepen vastgoed het programma gericht is (zoals particuliere woningen, VVE, s, corporatiebezit, particuliere huur, detailhandel, kantoren, bedrijfspanden).
-
Op welke doelgroepen het programma focust (denk aan onderscheid binnen woningen op leeftijd, inkomen en typen bewoners, etc.);
-
Wat voor de verschillende doelgroepen natuurlijke momenten zijn om energiebesparende maatregelen te nemen;
-
Wat nodig is om de verschillende doelgroepen stappen te laten zetten (denk aan informatie, advies, subsidie en financiering);
-
Hoe met de verschillende doelgroepen te communiceren, om te zorgen dat zij op natuurlijke momenten stappen zetten;
-
Wat de gemeente per doelgroep gaat doen;
-
Welke partijen we bij het Energiebesparingsprogramma betrekken en wat ieders rol is (denk aan een energieloket, energiecoaches, de omgevingsdienst, uitvoerende bedrijven (zoals isolatiebedrijven, aannemers en installateurs), makelaars en bouwmarkten);
-
Hoe aan te sluiten op landelijke programma’s;
-
Hoeveel budget, tijd en inzet nodig is voor het uitvoeren van het Energiebesparingsprogramma;
-
Hoeveel extern budget beschikbaar is.