Hoe is de WAT-kaart bepaald?
In de WAT-kaart komt informatie uit verschillende bronnen samen: landelijke gegevens en lokale gegevens van de gemeente, de netbeheerder, de woningcorporatie, het waterschap en andere betrokkenen.
De Startanalyse is als uitgangspunt gebruikt. Dit is het rekenmodel dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft gemaakt in opdracht van de Rijksoverheid (modelversie Vesta MAIS 5.0).
Het beginpunt voor het opstellen van de WAT-kaart zijn de mogelijke warmteoplossingen (de alternatieven voor aardgas) met de laagste maatschappelijke kosten. Dit zijn oplossingen die volgens de Startanalyse de minste kosten met zich meebrengen voor de hele maatschappij. Hoe deze kosten over de maatschappij verdeeld worden, is nu nog niet aan te geven. We weten dus nog niet wie welk deel van de kosten moet betalen. Dit komt omdat de regering dit nog niet bepaald heeft. We kunnen nu dus nog niet zeggen wat de gevolgen zijn voor uw/ieders energierekening.
De uitkomsten van de Startanalyse voor Hillegom zijn vergeleken met uitkomsten van andere modellen (een CEGOIA-analyse van 2019 en de Warmtetransitie Atlas). Dit geeft een beter beeld of de verschillende modellen met elkaar overeen komen en waar verschillen door komen.
Bij de modeldoorrekening met de Startanalyse is rekening gehouden met lokale omstandigheden in de gemeenten en allerlei randvoorwaarden. Denk aan de aanwezigheid van waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden, waar geen bodemenergie gewonnen mag worden. Een belangrijke voorwaarde die de oplossingsmogelijkheden bepaalt is welke lokale warmtebronnen er beschikbaar zijn of komen. Denk hierbij aan restwarmte van industrie of rioolwaterzuiveringen, de geschiktheid van de ondergrond voor geothermie of het winnen van warmte uit meren, kanalen en rivieren. Voor een beschrijving van alle warmtebronnen verwijzen wij naar dit verdiepende hoofdstuk.
Voor Hillegom zijn alle warmtebronnen onderzocht. Er is gekeken welke warmtebronnen beschikbaar en betrouwbaar zijn. De restwarmtebronnen in Hillegom zijn vergeleken met de inventarisatie uit de RES 1.0 (Regionale Energiestrategie 1.0), lokale data, CO2-emissies van de bedrijven en beschikbare studies. Dit is vervolgens besproken met de gemeente. Daarna heeft de Omgevingsdienst enkele bedrijven benaderd om de beschikbaarheid van restwarmte na te vragen. Op basis hiervan zijn enkele bedrijven uit de dataset verwijderd, toegevoegd of is het aanbod van restwarmte aangepast. Hoewel het aanbod van restwarmte nog steeds niet precies per bedrijf bekend is, hebben we zo wel al een beter beeld van het restwarmte aanbod. Uit de inventarisatie blijkt dat in Hillegom maar beperkt restwarmte beschikbaar is.
De beschikbare warmtebronnen in Hillegom zijn te bekijken via deze atlas.
De resultaten van de inventarisatie zijn gebruikt voor een nieuwe doorrekening van de Startanalyse. Dit betekent dat de nieuwe dataset met restwarmtebronnen gebruikt is om met behulp van het rekenmodel van de Startanalyse nieuwe uitkomsten voor Hillegom te maken.
Na de nieuwe doorrekening van de Startanalyse zijn de nieuwe uitkomsten verder uitgebreid met lokale informatie. De lokale kennis hebben we verzameld door met de gemeente, Hoogheemraadschap van Rijnland, netbeheerder Liander, woningcorporatie Stek en het waterbedrijf Dunea te spreken. Daarna is hen gevraagd een enquête in te vullen.
De volgende informatie is per buurt in kaart gebracht:
-
Bestaande plannen voor duurzame energiesystemen;
-
Bewonerscollectieven rond energie of energiecoöperaties;
-
Geplande onderhoudswerkzaamheden aan riolering, wegen, drinkwaternet, gasnet, en elektriciteitsnet;
-
De capaciteit van het elektriciteitsnetwerk;
-
De economische afschrijving van het gasnetwerk;
-
Sloop- en nieuwbouwplannen;
-
Grote renovatieplannen voor woningen;
-
Grote werkzaamheden rond ruimtelijke inrichting, openbaar groen, klimaatadaptatie, watersysteem en waterketen.
Met deze lokale informatie krijgen wij een beter beeld van de mogelijke warmteoplossingen en waar (meekoppel)kansen[1] ontstaan.
Tot slot zijn de uitkomsten van het rekenwerk getoetst in twee werksessies met de verschillende afdelingen van de gemeente en ketenpartners Hoogheemraadschap van Rijnland, netbeheerder Liander, woningcorporatie Stek en waterbedrijf Dunea. Hierbij zijn de uitgangspunten van de gemeente Hillegom leidend geweest. Zo zijn we tot het uiteindelijke beeld gekomen van de kansrijke warmteoplossingen per buurt. Voor meer informatie over de werkwijze zie ‘Achtergrondinformatie platform SETuP’).
- 1 Meekoppelkansen zijn kansen die ontstaan doordat werk met andere werk gecombineerd kan worden. Denk bijvoorbeeld aan het aanleggen van een warmtenet, wanneer de staat open moet omdat de riolering vervangen wordt.