De bebouwde kom van Teylingen (kernen van Sassenheim, Voorhout en Warmond)

In de bebouwde kom van Teylingen (kernen van Sassenheim, Voorhout en Warmond) zijn zowel warmtenetten als individuele oplossingen in beeld. De maatschappelijke kosten liggen dicht bij elkaar. Beide oplossingsrichtingen zijn dus mogelijk.

Bij individuele oplossingen is het uitgangspunt verwarmen met behulp van elektrische warmtepompen. Dit kan alleen als de gebouwen ook flink geïsoleerd worden. Woningen hebben ten minste schillabel[1] B nodig. In Teylingen zijn zowel warmtepompen op buitenlucht (luchtwarmtepompen) als bodemwarmte (bodemwarmtepompen) mogelijk. Een probleem is dat als er uitgebreid wordt overgestapt op warmtepompen het elektriciteitsnetwerk verzwaard moet worden. Dit is duur en duurt vaak lang. Een ander aandachtspunt is dat een luchtwarmtepomp geluid maakt, wat als hinderlijk ervaren kan worden. Zeker als er veel luchtwarmtepompen aanwezig zijn in dezelfde straat of buurt telt dit op. Door de invoering in 2021 van strengere regelgeving over de maximale geluidsproductie van warmtepompen verwachten we dat dit echter minder zal spelen dan in het verleden. Tot slot moet de extra elektriciteitsvraag natuurlijk ook duurzaam opgewekt worden. Hiervoor is dus extra zon- en windenergie nodig.

Hybride warmtepompen zijn ook mogelijk. Er is dan minder isolatie nodig dan bij het gebruik van volledig elektrische warmtepompen en er wordt minder elektriciteit verbruikt. Een woning isoleren kost daardoor minder. Ook voor het elektriciteitsnetwerk zijn netverzwaringen minder snel nodig. Om tot een volledig duurzame oplossing te komen zijn uiteindelijk hernieuwbare gassen nodig in het gasnet (zoals groen gas of waterstof). Of en wanneer die voor Teylingen beschikbaar komen is nog niet te zeggen. Het staat in ieder geval vast dat we hier niet met zekerheid op kunnen rekenen.

Voor Teylingen heeft het toepassen van individuele oplossingen binnen de bebouwde kom niet de voorkeur, vanwege de kansen voor een warmtenet met geothermie of restwarmte uit Rotterdam als warmtebron, en de beperkte capaciteit van het elektriciteitsnet.

Warmtenetten zijn een kansrijk alternatief voor de drie kernen van Teylingen (Sassenheim, Voorhout en Warmond). Hierbij is de beschikbaarheid van voldoende en geschikte warmtebronnen belangrijk.

De verwachting is dat de bodem in onze regio geschikt is voor het winnen van geothermie. Dit is het winnen van warm water uit de diepe ondergrond, ook wel aardwarmte genoemd. De warmte uit de ondergrond die in de buurt van Teylingen uit te bodem wordt gehaald, kan met een warmtenet naar de gebouwen in Teylingen worden getransporteerd. Door de hogere temperatuur van het warme water is veel minder elektriciteit nodig dan bij winning van warmte uit de vaart. Gebouwen hoeven bovendien minder goed geïsoleerd te worden dan voor het gebruik van aquathermie of om warmtepompen toe te passen. Dit maakt geothermie een aantrekkelijke oplossing, omdat uitgebreide isolatie van gebouwen kostbaar is. Verschillende bedrijven onderzoeken of, en zo ja hoe in de regio geothermie gewonnen kan worden. Hiervoor zijn opsporingsvergunningen aangevraagd. Wij volgen deze processen met belangstelling.

In de regio worden ook de mogelijkheden voor een groot regionaal warmtetransportnet onderzocht. Restwarmte vanuit de Rotterdamse haven en geothermie uit de ondergrond in de regio zouden dit grote net in de toekomst kunnen voeden. De mogelijkheden en kansen voor dit regionale warmtenet worden in samenwerking met buurgemeenten onderzocht.

Maar ook warmte uit de Kagerplassen en Klinkenbergerplas (een vorm van aquathermie) in combinatie met (een centrale) elektrische warmtepomp(en) en warmte-koude opslag zou een duurzame bron voor het warmtenet kunnen worden. En mogelijk bieden enkele grotere drinkwaterleidingen van Dunea ook kansen om warmte aan te onttrekken. Deze bronnen zijn beschikbaar, maar bieden niet genoeg warmte om alle woningen binnen de bebouwde kom aan te sluiten. Ook zijn het op dit moment nog relatief dure technieken.

Warmte uit oppervlaktewater (zoals de Kagerplassen of de Klinkenbergerplas) in combinatie met een warmte-koude opslag en een warmtenet
Warmte uit drinkwaterleidingen in combinatie met een warmte-koude opslag en een warmtenet

Een aanvullende warmtebron zou zonthermie kunnen zijn. Via zonnecollectoren[2] op daken of zelfs zonneweides kan extra duurzame warmte opgewekt worden voor het netwerk. Zonnecollectoren nemen wel ruimte in op het dak. Deze ruimte kan dan niet meer gebruikt worden voor zonPV (elektriciteitsopwekking). Hierin dient dus een afweging gemaakt te worden. Ook zijn de kosten relatief hoog. Wij verwachten daarom maar een (zeer) kleine bijdrage van zonthermie.

Warmte door zonthermie, in combinatie met een warmte-koude opslag en een warmtenet

Er zijn ook enkele restwarmtebronnen in Teylingen. Bij industriële processen en in de vleesverwerking wordt energie gebruikt. Dit is besproken met de gemeente en de omgevingsdienst. Op basis hiervan zijn enkele bedrijven benaderd voor aanvullende informatie. Maar tot nu toe zijn geen concrete kansen voor het gebruik van deze warmte gevonden. We houden deze mogelijkheid open, maar zien nog maar weinig aanknopingspunten voor uitkoppeling van deze warmte in een warmtenet.

Restwarmte in combinatie met een warmtenet

Ook voor warmtenetten is het belangrijk dat we eerst de energievraag kleiner maken door goed te isoleren. Het hangt af van de temperatuur van de warmtebron (en daarmee ook het warmtenet) tot hoever er geïsoleerd moet worden. Zeker bij bronnen op lage temperatuur, zoals Warmte Koude Opslag met warmte uit de Kagerplassen, is het duurzamer en goedkoper als het warmtenet een lagere temperatuur heeft. Dit betekent dan wel dat iedereen die aangesloten is op het warmtenet zelf meer moet isoleren.

Na vaststellen van de Transitievisie Warmte zullen de verschillende mogelijkheden voor de bebouwde kom van Teylingen verder onderzocht worden. De technische oplossingen worden dan in meer detail berekend. Hierbij worden ook de kosten tussen de partijen gesplitst. Dan krijgen we een beeld wie welk deel zou moeten betalen. Zo weten we beter wat de kosten voor de gebouweigenaren worden per oplossing en of dit betaalbaar is. Dit helpt bij het maken van de uiteindelijke keuze, waar inwoners later in het (wijk)uitvoeringsplan[3] over meedenken of meebeslissen.

Het is belangrijk dat we de komende jaren een scherp beeld krijgen welke oplossing we waar willen toepassen/realiseren. Als we weten welke richting het opgaat, weten we ook beter waar we aan toe zijn. Dan is voor iedereen duidelijk hoe goed zijn/haar woning geïsoleerd moet worden en wanneer dit uiterlijk moet gebeuren.

  • 1 Schillabel is het energielabel van een gebouw zonder maatregelen zoals zonnepanelen.
  • 2 Een zonnecollector zet zonlicht om in warmte. Dit in tegenstelling tot een zonnepaneel dat zonlicht in elektriciteit omzet. Het is dus een afweging hoeveel dakoppervlak we inzetten voor zonnecollectoren ten opzichte van zonnepanelen.
  • 3 Na de transitievisie warmte worden de plannen voor het duurzame energiesysteem verder uitgewerkt. Dit noemt men (wijk)uitvoeringsplannen. Voor een gebied waar kansen zijn om te staren met de warmtetransitie wordt samen met inwoners en andere partijen een uitvoeringsplan opgesteld hoe en wanneer overgestapt wordt op een duurzaam alternatief voor aardgas.