Wat is de impact op het elektriciteitsnet

De volgende vraag gaat over de capaciteit van het huidige elektriciteitsnetwerk, zowel de vraag- als de aanbodzijde. Meer elektriciteitsvraag en de decentrale opwek belasten beiden op een andere manier het netwerk. Hoe klein- en grootschalige opwek van elektriciteit en een toenemende vraag door warmtepompen en elektrisch rijden in het elektriciteitsnet passen is een vraag van netinpassing.

In Teylingen is de groei van de elektriciteitsvraag de meest beperkende factor in de energietransitie tot 2030, zeker wanneer in oudere wijken de vraag naar elektriciteit door warmtepompen en elektrische auto's snel gaat toenemen.

De netinpassing moet van twee kanten bekeken worden om vast te stellen of, en zo ja, waar er knelpunten ontstaan: De vraagzijde, en de aanbodzijde. Bij de vraagzijde van elektriciteit gaat het letterlijk om de vraag die er is doordat men elektriciteit gebruikt. Bij de aanschaf van bijvoorbeeld een warmtepomp neemt de vraag naar elektriciteit toe.

Bij de aanbodzijde gaat het om het aanbod van elektriciteit. Dit was nooit een vraagstuk waar wij ons mee bezig hoefde te houden omdat dit voorheen altijd werd verzorgd door grote energiecentrales. Deze produceren op één plek voldoende energie voor duizenden woningen en kantoren. Maar door de opwek van elektriciteit door zonnepanelen en windturbines zijn er nu in plaats van één grote energieproducent, allemaal mini-energieproducenten die op allemaal verschillende plekken (decentraal) energie opwekken.

Deze analyse is gebaseerd op de bevindigen van RES 1.0 over de aanbodzijde en op informatie van Liander die is aangereikt in het kader van de TVW m.b.t. de vraagzijde. Voor de mogelijkheden van netinpassing is de bijlage[1] bij de RES 1.0 leidend.

Vraagzijde

 In het onderstaande figuur is de kaart te zien die gemaakt is door Liander over de ruimte voor de toename van de elektriciteitsvraag.

Figuur: Ruimte voor vraag van elektriciteit op het elektriciteitsnetwerk in Holland Rijnland

De netimpact rapportage bij de RES 1.0 laat zien dat de netsituatie in de gemeente nu door de vraagzijde bepaald wordt. In Teylingen is de ruimte voor groei van elektriciteitsvraag beperkt tot 10 en in het meest gunstige geval 20 MVA, zoals te zien in het bovenstaande figuur. Dat komt door de beperkte capaciteit van het bestaande netwerk. Deze is nog niet klaar voor op de enorme groei van de elektriciteitsvraag die de komende decennia gaat plaatsvinden.

Dit gaat invloed hebben op het tempo waarmee elektrisch vervoer groeit en de inzet van warmtepompen toeneemt. Naar verwachting is op veel plaatsen in Teylingen is er niet voldoende beschikbare capaciteit in het elektriciteitsnet om grote delen van de bebouwde kom over te laten stappen op individuele warmtepompen, dan moet het net verzwaard worden. Het gaat daarbij vooral om de oudere wijken. Voor meer informatie, zie deze paragraaf in de Transitievisie Warmte. Ook de groeimogelijkheden van woningen en bedrijven kan beperkt worden door de beperkingen van het elektriciteitsnet.

Het ‘Investeringsplan 2020 Elektriciteit’[1] laat zien dat er richting 2029 naar verwachting een capaciteitstekort van 6,3 MVA[2] gaat optreden bij het 50/10 kV onderstation Sassenheim. Ook op het 150/50 kV niveau, in de verbinding met het hoogspanningsnet van TenneT, treedt in 2029 een tekort op, en wel van 10,9 MVA. Het station Sassenheim staat daarom op de nominatie om te worden uitgebreid met een capaciteit van 100 MVA. Dit gebeurt naar verwachting voor 2030.

Het elektriciteitsnet heeft niet veel reserve meer voor toename van vraag. Dit maakt dat er tot 2030 beperkte groei mogelijk is voor nieuwbouw, nieuwe bedrijven, E-mobiliteit en warmtepompen.

Aanbodzijde

De aanbodzijde van het huidige elektriciteitsnet in Teylingen laat een ander beeld zien. Omdat de omvang van de productie van duurzame elektriciteit in de gemeente in verhouding tot de vraag nu nog relatief klein is, is er tot 2030 nog ruimte voor groei. Wel kunnen er lokaal, op bepaalde punten in het elektriciteitsnet, knelpunten ontstaan.

Op het 50/10 kV onderstation in Sassenheim is naar verwachting in 2030 een aansluitcapaciteit van 10 tot 20 MVA beschikbaar voor grootschalige projecten, dat is tot maximaal 20 ha zonPV veld totaal of maximaal 6 windturbines.

Vroegtijdig contact met Liander voor grote en kleine projecten

Bij elk initiatief van een schaalgrootte groter dan 100 kWe, is in een vroeg stadium contact met Liander nodig om vast te stellen hoe en of netinpassing kan plaatsvinden, welke kosten hiermee gemoeid zijn en op welke termijn aansluiting mogelijk is.

Daarnaast kunnen ook bij kleinere projecten, zoals zonnepanelen op daken van woningen, knelpunten ontstaan in een wijk of buurt. Dit kan zowel in oude als in nieuwere buurten het geval zijn.

Er valt niet van tevoren te zeggen of er ergens wel of geen ruimte is voor (extra) zonnepanelen. Het is daarom verstandig om altijd bij Liander te controleren of er voldoende capaciteit is om zonnepanelen te installeren.

Als je zonnepanelen wilt installeren, op woning of bedrijf, neem dan altijd vooraf contact op met Liander om te controleren of de panelen aangesloten kunnen worden op het net. Ook als er weinig capaciteit beschikbaar is, kan er een oplossing beschikbaar zijn. Eén van de mogelijke oplossingen is het kunstmatig ‘limiteren’ van de productie van  zonnepanelensysteem. Daardoor wordt voorkomen dat er piekmomenten plaatsvinden tijdens de productie van zonnestroom. Wel betekent dit dat de panelen een paar procent minder op zullen leveren op jaarbasis.

Balancering van het elektriciteitsnet, energieopslag

Een van de belangrijkste aspecten van netinpassing is de ‘balancering van het net’. Daarmee wordt bedoeld dat het energiegebruik en de opwek op elkaar afgestemd zijn. Door de toepassing van wind- en zonne-energie is de opwek van elektriciteit slecht te sturen. Wind- en zonne-energie veroorzaken pieken en dalen op het elektriciteitsnet. Dat veroorzaakt op zijn beurt onbalans op het elektriciteitsnetwerk.

In de toekomst zullen er oplossingen moeten komen om dit groeiende probleem van onbalans op te lossen. Mogelijkheden daarvoor zijn bijvoorbeeld het sturen en beter op elkaar afstemmen van vraag en aanbod, en opslag van energie met batterijen of via waterstof. De opgeslagen energie kan dan op een later tijdstip worden gebruikt. Zo wordt het elektriciteitsnet weer in balans gebracht. Dit is geen eenvoudig probleem om op te lossen en het zal een vraagstuk blijven voor de komende decennia.

Maar de toekomst is al dichtbij. Zeventien nieuwbouwwoningen in Voorhout zijn in november 2021 opgeleverd met een batterij-gedreven snellader. Deze kan de twee elektrische deelauto’s in de wijk tegelijkertijd voorzien van energie, maar belangrijker nog: hij doet dienst als buurtbatterij om opgewekte zonnestroom van de woningen te bufferen. Het project is ontwikkeld door ‘EF-concepts’ i.s.m. Van der Hulst Bouwbedrijf, een foto van dit project is te zien in de onderstaande figuur.

Figuur: Buurtbatterij Voorhout als buffer voor zonPV, Hulst Bouwbedrijf en EF-Concepts. De batterij wordt gecombineerd met een snellaadstation voor elektrische auto’s.

Verwachte aanpassingen in de infrastructuur

Vooralsnog, en zeker tot 2030, is het huidige elektriciteitsnet ruimte voor groei van de duurzame elektriciteitsproductie in de gemeente. Toch kunnen er op bepaalde plekken in het elektriciteitsnet knelpunten ontstaan. Als in een bepaalde wijk of buurt op grote schaal zonnepanelen worden geïnstalleerd, elektrisch koken meer ingang vindt en ook elektrisch rijden toeneemt dan ontstaat hier mogelijk een knelpunt op het elektriciteitsnet. Aanbod zal gestaag en in nauw overleg met Liander moeten plaatsvinden.

Daarnaast wordt systeemefficiëntie van het elektriciteitsnetwerk belangrijk. Een korte uitleg hierover staat in de Bijlage: Netimpactanalyse.

  • 1 Bron: Liander, 1 oktober 2020
  • 2 MVA is de eenheid waarin de capaciteit van een onderstation wordt uitgedrukt. 1 MVA is gelijk aan 0,8 tot 0,9 MW.