Tegengestelde ontwikkelingen
In de komende jaren verwachten we verschillende ontwikkelingen die van invloed zijn op het warmtegebruik in de gebouwde omgeving. Hier hebben we rekening mee te houden bij het bepalen van onze doelen en strategie. We nemen dit ook mee in vervolgonderzoeken en in ons uitvoeringsprogramma.
Isolatie is niet onbeperkt rendabel
De inzet van energiebesparende maatregelen als verbetering van isolatie, dubbel of triple glas en kierdichting zal de warmtevraag verlagen. Echter niet elke woning leent zich even goed voor isolatie (zie onderstaand kader). In de gemeente Teylingen zijn ongeveer de helft van de woningen zeer geschikt voor isolatie. Verder gebruiken we onze huishoudelijke apparaten steeds intensiever. Bovendien bouwen we nog steeds woningen bij. Er zit dus wel een grens aan de hoeveelheid energie die we kunnen besparen.
Niet elke woning leent zich even goed voor isolatie
Woningen van ná 1995 zijn al zo goed geïsoleerd dat daar weinig extra te besparen valt. De woningen met een bouwjaar vóór 1965 zijn vaak slecht geïsoleerd en lenen zich voor isolatiemaatregelen. Echter, de kosten van vergaande maatregelen zijn bij woningen van deze leeftijd vaak hoog, waardoor de maatregelen op een zeker moment hier niet meer financieel rendabel zijn. Met name de woningen tussen 1965 en 1995 lenen zich goed voor rendabele isolatie maatregelen. Daar kan tot één derde van de warmtevraag bespaard worden.
De keuze voor duurzame warmtebronnen
De keuze voor alternatieve duurzame warmtebronnen (in plaats van de gasgestookte Cv-ketel) heeft ook invloed op de hoeveelheid energie die gebruikt wordt. Een hybride warmtepomp kan, mits een huis goed geïsoleerd is, het grootste deel van het jaar een woning verwarmen door gebruik te maken van de buitenlucht en elektriciteit. Hierdoor kan een warmtepomp tot wel drie keer efficiënter zijn dan een Cv-ketel op aardgas. Het installeren van een (hybride) warmtepomp zorgt dus voor een flinke besparing in de energievraag (voor meer informatie, zie onze Transitievisie Warmte).
Een warmtepomp gebruikt wel elektriciteit, waardoor de totale elektriciteitsvraag weer toe zal nemen als dit op grote schaal wordt toegepast. Ook een warmtenet verbruikt elektriciteit om het water rond te kunnen pompen.
De invloed van nieuwe woningen
Daarnaast zien we ook tegengestelde ontwikkelingen op het gebied van besparen. Zo is er een woningtekort, waardoor er naar verwachting 1.000 woningen worden bijgebouwd de komende jaren, een stijging van 6%.
Bij nieuwbouw ontwikkelingen passen we instrumenten toe zoals de methode DGO (Duurzame Gebiedsontwikkeling) en de Gemeentelijke Praktijk Richtlijn GPR Gebouw waarmee de duurzaamheidsprestatie van gebouwen wordt bepaald. Als woningen ‘Nul op de Meter’ (NoM) gebouwd worden dan neemt de energievraag door nieuwbouw niet toe. Dit type woningen zijn jaargemiddeld zelfvoorzienend in hun energievraag doordat zij standaard zonnepanelen op het dak hebben, soms aangevuld met zonneboilers en in hun warmte voorzien met een warmtepomp. Als de nieuwbouw geen ‘NoM woningen’ betreft, maar bijvoorbeeld ‘Bijna energieneutraal’ (BENG[1]) zijn, dan neemt de energievraag wel toe.
De invloed van gedrag
Uit onderzoek[2] blijkt ook dat bewoners van pas geïsoleerde woningen de verwarming hoger draaien dan voordat de woning geïsoleerd was. Hierdoor wordt een deel van de besparing verkregen uit isolatie weer teniet gedaan. Verder zijn we in de loop van de jaren onze huishoudelijke apparaten steeds intensiever gaan gebruiken en neemt het aantal apparaten toe. Ons gedrag is dus een belangrijke factor als het om besparen gaat.