Energiescenario’s voor 2030 en 2050
Warmte energiescenario’s
In het klimaatakkoord staat dat in 2050 een groot deel van de woningen en gebouwen van het aardgas af moeten zijn. Er zijn alternatieve manieren om te verwarmen, zoals elektrische warmtepompen, aardwarmte of groen gas. 2050 is ver weg en het is nog te vroeg om te zeggen welke alternatieven een rol gaan spelen. Om nu toch iets te kunnen zeggen over hoe de energievraag zich gaat ontwikkelen, kijken we naar de alternatieven in de volgende drie scenario’s in lijn met de Transitievisie Warmte:
-
All electric scenario (AE): In dit scenario wordt de gebouwde omgeving individueel voorzien in warmte. Elk huis heeft een eigen (hybride) warmtepomp. Omdat warmtepompen niet geschikt zijn om hoge temperatuur warmte te leveren, moet de gebouwde omgeving maximaal geïsoleerd worden (minimaal schillabel B), zodat er tot 25% warmteverbruik bespaard wordt.
-
Warmtenet scenario (WN): In dit scenario worden alle gebouwen in de gebouwde omgeving voorzien in warmte uit een warmtenet die draait op met name aquathermie en aardwarmte bronnen. Er zijn minder isolatiemaatregelen nodig, er moet 10% bespaard worden in het warmteverbruik van de gebouwde omgeving.
-
Midden scenario: Dit scenario is een realistischer scenario, waarin wijken die geschikter zijn voor individuele verwarming zijn voorzien van warmtepompen en wijken die geschikter zijn voor collectieve warmtebronnen zijn aangesloten op een warmtenet. Er moet tot zo’n 15% bespaard worden in het warmteverbruik van de gebouwde omgeving door te isoleren.
Het onderstaande figuur laat het warmteverbruik van de gebouwde omgeving in de toekomst zien. Het aandeel aardgas neemt af vanaf 2019 en andere bronnen als warmtepompen en warmtenetten nemen het over. Er is potentie in de gemeente voor het gebruik van aardwarmte en aquathermie in een warmtenet. Een diepere verkenning van deze optie is gedaan in de Transitievisie Warmte. Als laatste laat de figuur zien dat de warmtevraag afneemt in de toekomst. Dit komt door de isolatiemaatregelen die nodig zijn wanneer er een overstap wordt gemaakt naar alternatieve warmtebronnen.
In de laatste twee scenario’s liggen de besparingsdoelen bijna gelijk aan 2030. Dit komt doordat er minder isolatie nodig is voor woningen die aangesloten worden op een warmtenet op aardwarmte.
In 2030 zien we dat een merendeel van de warmte nog wordt voorzien door aardgasgestookte ketels. Daarnaast zullen hybride warmtepompen al een tussentijdse rol gaan spelen in de verduurzaming van onze woningen. De verwachting is dat een flink aantal woningeneigenaren zullen investeren in een hybride warmtepomp, omdat het in combinatie met isolatie een aantrekkelijke investering wordt ten opzichte van Cv/Hr-ketel. Dit levert een flinke besparing op.
Mobiliteit energie scenario
Om het 11% besparingsdoel in 2030 te halen zal ongeveer een derde van het verkeer elektrisch moeten rijden in 2030.
Het jaar 2050 is daarentegen nog ver weg en de toekomst van mobiliteit is nog onzeker. Het is wel zeker dat er meer elektrisch gereden gaat worden. Dit heeft gevolgen voor de elektriciteitsvraag van de gemeente. Echter, de gemeente kan vooralsnog deze ontwikkelingen bijna niet beïnvloeden. Daarom is in de LES uitgegaan van één scenario voor de toepassing mobiliteit:
-
Een toename van het aantal gereden kilometers met 15%
-
75% elektrische personenauto’s, 25% op biobrandstoffen of synthetische gassen zoals waterstof
Het aandeel elektrisch vervoer is nog onzeker. De verwachting is dat het merendeel elektrisch zal zijn, aangezien bezwaren als een kleine actieradius er in 2050 niet meer zijn, en hernieuwbare gassen eerst in de industrie worden ingezet, voordat mobiliteit aan bod komt. Daarom wordt in dit scenario ervan uitgegaan dat 75% van het wagenpark elektrisch is in 2050.
Totaal energieoverzicht
De grafiek hieronder laat zien hoe de energiehuishouding op basis van de scenario’s verandert in de toekomst.
Overzicht aannames achter de scenario’s
RES 2030 | 2050 All electric scenario | 2050 Warmtenet scenario | 2050 Midden scenario | |
Nieuwbouw | ||||
Groei woningen t.o.v. 2019: 6% (1.000 woningen) | 15% groei woningen en utiliteitsgebouwen t.o.v. 2030 | 15% groei woningen en utiliteitsgebouwen t.o.v. 2030 | 15% groei woningen en utiliteitsgebouwen t..o.v.2030 | |
Warmte | ||||
7% besparing d.m.v. isolatie | 25% besparing d.m.v. isolatie in de hele gebouwde omgeving | 10% besparing d.m.v. isolatie in de hele gebouwde omgeving | 13% besparing d.m.v. isolatie in de hele gebouwde omgeving | |
20% hybride warmtepompen | 100% all electric | Merendeel warmtenet | 50% warmtenetten, 25% all electric, 25% hybride | |
Elektriciteit | ||||
5% besparing woningen 15% besparing utiliteitsgebouwen | 10% besparing woningen 20% besparing utiliteitsgebouwen | 10% besparing woningen 20% besparing utiliteitsgebouwen | 10% besparing woningen 20% besparing utiliteitsgebouwen | |
Mobiliteit | ||||
Toename wagenpark 5% t.o.v. 2019 | Toename wagenpark 15% t.o.v. 2019 | Toename wagenpark 15% t.o.v. 2019 | Toename wagenpark 15% t.o.v. 2019 | |
30% elektrisch 70% fossiele brandstof | 75% elektrisch 25% (bio/duurzame) brandstof | 75% elektrisch 25% (bio/duurzame) brandstof | 75% elektrisch 25% (bio/duurzame) brandstof |