Focus op warmte, mobiliteit en elektriciteit
Hoe we van het huidige systeem van energieproductie en -gebruik overgaan naar een nieuw systeem is het vraagstuk van de energietransitie. De figuur hieronder is een visualisatie van de energietransitie die nu plaatsvindt. Aan de linkerkant van de figuur is de huidige situatie te zien, de rechterkant geeft een schematisch beeld van de toekomst. Het hele energiesysteem van onze gemeente, regio, of zelfs land, kan grofweg worden opgedeeld in drie toepassingen: warmte, elektriciteit en mobiliteit. Elke toepassing heeft zijn eigen wijze van energietransitie. Daarnaast beïnvloeden deze toepassingen elkaar omdat ze alle drie direct of indirect invloed hebben op het gebruik van elektriciteit.
Op dit moment laden we onze apparaten op met elektriciteit, verwarmen we onze woningen met aardgas en tanken we onze auto’s met fossiele brandstoffen zoals diesel en benzine. In de toekomst gaat dit veranderen.
Dit gebeurt onder andere doordat we meer elektrisch gaan rijden, elektrisch gaan koken en elektrische warmtepompen aanschaffen. In de bovenstaande figuur is deze verandering weergegeven doormiddel van pijlen die gaan van ‘warmte’ en ‘mobiliteit’ naar ‘elektriciteit’. Dit proces, waarbij steeds meer elektriciteit gebruikt gaat worden, wordt de elektrificatie van ons energiesysteem genoemd.
De vraag naar fossiele brandstoffen, zoals aardgas en benzine, neemt dus af. In de toekomst kunnen we onze huizen deels verwarmen met aardwarmte/omgevingswarmte (zoal aquathermie) en duurzame brandstoffen (biogas en groene waterstof), maar ook deels met elektriciteit. Ook zullen we onszelf vervoeren met elektrische auto’s. Hierdoor zal de elektriciteitsvraag significant toenemen, ondanks dat er steeds efficiënter gebruik wordt gemaakt van energie.
De rol van de gemeente
Deze verandering van het energiesysteem moet in goede banen worden geleid. Op bepaalde elementen van de transitie zal de gemeente meer invloed kunnen uitoefenen dan op andere. Deze LES geeft aan waar wij als gemeente wel invloed op hebben in de energietransitie en waar niet (of minder sterk). Een van de belangrijkste vraagstukken is hoe wij onze eigen doelen kunnen halen en voldoende aan de nationale- en regionale doelen kunnen bijdragen.
Een ding is nu al duidelijk: Het tempo van de transitie naar een duurzame energievoorziening zal moeten toenemen[1] om op tijd in 2050 energieneutraal te kunnen zijn. Dit maakt dat er in onze gemeente meer aandacht moet komen voor alle vormen van kleinschalige én grootschalige productie van elektriciteit (met wind op land en zon op daken en op land). Door hier meer aandacht aan te besteden zal er uiteindelijk ook meer duurzame elektriciteit worden opgewekt.
De ambitie is aanwezig, maar het tempo van de energietransitie moet omhoog om de doelstellingen voor 2030 en 2050 daadwerkelijk te behalen.
- 1 Bronnen: Het Klimaatakkoord, de ‘Klimaat en Energieverkenning’ (KEV) van het PBL en het recente IPCC rapport over stand van ons klimaat.