Begrippenlijst

Energie

Wanneer gesproken wordt over energie worden alle vormen van energie bedoeld die we gebruiken in ons dagelijks leven en in de land- en tuinbouw en industrie. Vormen van energie zijn bijvoorbeeld warmte om je huis te verwarmen, warmte voor industriële processen en elektriciteit om bijvoorbeeld je telefoon te kunnen opladen. Energiebronnen waaruit deze energie wordt opgewekt zijn bijvoorbeeld aardgas, kolen, benzine, diesel, wind, zonlicht en biomassa. Het begrip ‘energie’ omvat dus meer vormen van energie dan alleen elektriciteit. De begrippen ‘elektriciteit’ en ‘energie’ mogen dan ook niet door elkaar gehaald worden.

Hernieuwbare- of duurzame energie

Hernieuwbare- of duurzame energie is alle energie die opgewekt is uit hernieuwbare energiebronnen. Een energiebron is hernieuwbaar wanneer die op natuurlijke wijze wordt aangevuld binnen een (relatief) korte tijd, zoals zonlicht, wind, stromend water in rivieren, getijden, golven, aardwarmte en biomassa.

Energietransitie

Als gesproken wordt over ‘de energietransitie’ dan gaat het over de veranderingen die nu in Nederland (en andere landen) gaande zijn op het gebied van duurzame energieopwekking, energieopslag en energiebesparing. Het doel is om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. In Nederland wordt van kolen en aardgascentrales overgegaan op wind- en zonne-energie. Er komen steeds meer elektrische auto’s. Verwarming van woningen gebeurt steeds vaker op een andere manier dan met aardgas. Bedrijven veranderen hun processen om energie te besparen en maken gebruik van deelauto’s. Tot slot zijn veel mensen bezig met het besparen van energie door te isoleren of minder de auto te gebruiken.

Energieneutraal

Energieneutraal betekent dat alle energie die binnen de gemeentegrenzen wordt verbruikt, wordt geproduceerd met hernieuwbare energiebronnen. Energieneutraliteit heeft betrekking op wonen, werken en mobiliteit binnen de grenzen van de gemeente. In een energieneutrale gemeente wordt geen aardgas meer verbrand in de Cv-ketels en geen fossiele brandstof getankt. In plaats daarvan worden alleen hernieuwbare bronnen gebruikt om onze huizen te verwarmen en te voorzien in de vraag naar elektriciteit. Ook de industrie, landbouw en bedrijven maken dan gebruik van hernieuwbare energiebronnen.

CO2-neutraal

CO2-neutraal betekent dat er geen emissie meer optreedt van fossiele CO2, dat is CO2 die vrijkomt bij de verbranding van aardgas, aardolie en daarvan afgeleide producten (benzine, diesel), steenkool en bruinkool.

Klimaatneutraal

Klimaatneutraal betekent dat er geen emissie van broeikasgassen meer optreedt die leidt tot klimaatverandering. In de praktijk betekent dit dat naast de emissie van fossiele CO2 ook de emissie van methaan (CH4), lachgas (N2O) en overige broeikasgassen naar 0 wordt teruggebracht. Emissie van methaan en lachgas treedt vooral op in de landbouw (veeteelt).

Elektriciteitsneutraal

Elektriciteitsneutraal betekent dat alle elektriciteit die nodig is wordt geproduceerd met hernieuwbare en duurzame energiebronnen zoals wind, zon, groene waterstof of met behulp van warmte (stoom) uit hoge temperatuurbronnen zoals biomassa en aardwarmte.

Kleinschalige en grootschalige opwek

Met kleinschalige opwek worden technieken bedoeld die minder dan 15 kW aan vermogen hebben om elektriciteit op te wekken. Te denken valt aan zonnepanelen op daken van huizen of kleine windturbines. Met grootschalige opwek worden technieken bedoeld die meer dan 15 kW vermogen hebben om elektriciteit op te wekken. Voorbeelden zijn grote windturbines, zonnevelden, maar ook een aaneenschakeling van zonnepanelen op grote daken van bijvoorbeeld een kantoorgebouw.

Transitievisie warmte (TVW)

In 2050 moeten alle gebouwen op een duurzame manier worden verwarmd. Nu gebruiken we hiervoor nog overwegend aardgas. Dat is niet duurzaam. Daarom gaan we stap voor stap aan de slag met het aardgasvrij maken van alle gebouwen in de gemeente. Hernieuwbare warmtebronnen nemen de plaats in van aardgas. In de Transitievisie Warmte geven we aan welke bronnen voorhanden zijn en hoe we de overstap gaan maken.

Regionale energiestrategie (RES)

In het Klimaatakkoord staat dat dertig regio’s in Nederland onderzoeken waar en hoe ze duurzame energie grootschalig kunnen opwekken. Iedere regio legt dit vast in een eigen Regionale Energie Strategie (RES). Holland Rijnland is één van die dertig regio’s. Met dertien gemeenten (waaronder Hillegom en Lisse), twee waterschappen, de provincie, de netbeheerder Liander en andere partijen geven we vorm aan onze RES. In dit samenwerkingsverband maken we plannen om in 2050 energieneutraal te zijn. We doen dit gezamenlijk omdat energieneutraal worden een lastige opdracht is waarbij we elkaar nodig hebben. Door samen te werken kunnen we gebruik maken van elkaars kennis en mogelijkheden. En omdat alle partijen de regio goed kennen, kunnen we beter met passende oplossingen komen.

Joule (J), Terajoule (TJ) en Petajoule (PJ)

Joule is een internationale eenheid van energie. 1 Terajoule is gelijk aan 1.000.000.000 joule (1 miljard) en bevat evenveel energie als 31.600 m3 aardgas of 278 MWh elektriciteit. 1 Petajoule is gelijk 1.000 TJ. De PJ is een maat die gebruikt wordt op nationale schaal, in de gemeente wordt de TJ als de maat gebruikt.

Kilowattuur (kWh), Megawattuur (MWh) en Terawattuur (TWh)

Elektrische energie wordt meestal aangegeven in kilowattuur (kWh). Een zuinige wasmachine verbruikt per wasbeurt zo’n 0,35 kWh. 1 kWh komt overeen met 3.600.000 joule (3,6 MJ). 1 MWh is 1,000,000 kWh en 1 TWh is 1,000,000,000 kWh (1 miljard). Het jaarlijkverbruik in Nederland is 120 TWh aan elektriciteit.

Watt (W) en Megawatt (MW)

Met Watt (W) wordt het vermogen van een apparaat, machine of centrale aangegeven. Met vermogen wordt bedoeld hoeveel energie (joule) een apparaat, machine of centrale verbruikt of produceert per seconde. Een windturbine van 4 MW produceert, terwijl hij draait, 4.000.000 joules per seconde aan energie.