Uitgangspunten LES gemeente Teylingen

Uitgangspunten Lokale Energiestrategie (LES), vastgesteld op 11 maart 2021

De voorlopige uitgangspunten sluiten aan bij de regionale uitgangspunten van de RES, de ambitie van de regio Holland Rijnland “energieneutraal in 2050” en de lokale ambitie “De gemeentelijke organisatie is in 2030 volledig duurzaam”. We maken ons eigen vastgoed (aard)gasloos en energieneutraal en we verduurzamen ons wagenpark”. Daarnaast zijn de uitgangspunten getoetst aan de resultaten van de eerste fase van het participatietraject.

1. Realiseren van maatschappelijk draagvlak

Het realiseren van maatschappelijk draagvlak is een noodzakelijke voorwaarde voor het doen slagen van de energietransitie in Teylingen. In dat verband is het nodig dat inwoners zo goed mogelijk wordt gevraagd naar hun mening over de energietransitie en over de concrete maatregelen die worden overwogen en dat recht wordt gedaan aan de gehoorde opvattingen. Het is belangrijk dat ook de participatie van jongeren concreet invulling krijgt.

Dit betekent dat wij:

  • ons maximaal gaan inspannen om te komen tot een zo breed mogelijk gedragen aanpak van de energietransitie in Teylingen;

  • ernaar streven maatschappelijk draagvlak te realiseren door de informatieverstrekking aan en de participatie van onze inwoners de komende periode concreet in te vullen en te verbeteren incl. aandacht voor financiële participatie van onze inwoners’;

  • streven naar een evenwichtige vertegenwoordiging van de inwoners van Teylingen met specifieke aandacht voor jongeren;

  • om het draagvlak verder te kunnen vergroten de energiecoaches maximaal betrekken;

2. Bij keuzes rekening houden met inherente flexibiliteit

Dit betekent dat wij:

  1. ons realiseren dat de energietransitie een stap-voor-stap proces is, waarbij iedere keer de beste keuze gemaakt moet worden uit de opties die er op dat moment zijn;

  2. ons beseffen dat vooral innovaties de drijvende kracht achter de energietransitie zijn;

  3. willen voorkomen dat voor Teylingen een situatie ontstaat waarbij er gaandeweg betere technologieën opkomen die vervolgens niet gebruikt kunnen worden omdat alles vooraf al is dichtgetimmerd;

  4. prioriteit geven aan maatregelen die daadwerkelijk leiden tot vermindering van CO2-uitstoot

3. Versterking van landschapselementen en toerisme

Het landschap en het toerisme zijn voor ons belangrijk. We willen dat de energietransitie ons landschap en ons toerisme niet verstoort. Dit betekent dat we het buitengebied niet zomaar vol zetten met windturbines en/of zonneparken, maar aansluiten bij wat past bij ons cultuurlandschap en onze infrastructuur. Dit betekent dat we inzetten op de verduurzaming van vervoer en mobiliteit rondom toeristische en recreatielocaties. Tevens maken we gebruik van onze bestaande landschapselementen zoals wegen en vaarwateren om “horizon- en landschapsversterking” voor iedereen aantrekkelijk te maken en te houden. De Structuurvisie Teylingen 2015 en de Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport Duin- en Bollenstreek (ISG 2016) vormen daarbij voor ons het vertrekpunt.

Dit betekent dat wij:

  1. Ons lokale bollentoerisme willen behouden en waar mogelijk versterken.

  2. De landschappelijke en recreatie waarde van de Kagerplassengebied willen behouden en waar mogelijk versterken.

  3. Onze energie bij voorkeur langs infrastructuur opwekken. onze energie bij voorkeur langs en/of geïntegreerd in (bestaande) infrastructuur opwekken.

  4. Focussen op multifunctioneel ruimte gebruik voor wonen, werken, recreatie en energieopwekking.

  5. Moeten zorgen dat (onze) initiatieven bijdragen aan de koers van de Structuurvisie Teylingen 2015 en de ISG 2016.

4. Gebieden worden niet op voorhand uitgesloten

Het ambitieniveau van de energietransitie is hoog. Dit betekent dat we alle mogelijkheden onderzoeken waarmee we onze ambitie zouden kunnen invullen. We sluiten op voorhand dus geen locaties binnen onze gemeente uit. Pas als er een voorstel ligt kijken we of dit realistisch en haalbaar is en wegen we dit af tegen eventuele nadelige effecten. Zo zorgen we ervoor dat we open het gesprek ingaan. Hierbij is het belangrijk dat gebieden niet al te veel worden verstoord als het gaat om wonen, toerisme, recreatie, biodiversiteit en ondernemerschap. Daarbij is het van belang dat initiatieven een bijdrage leveren aan de koers van Structuurvisie Teylingen 2015.

Dit betekent dat wij:

  1. De mogelijkheden willen onderzoeken voor opwekking op water als op land.

  2. Het landschap met grote cultuurhistorische waarde zoals de kenmerkende bollengronden en de polders rond de Kaag niet onevenredig veel willen verstoren, maar een initiatief landschappelijk goed wordt ingepast.

  3. Willen dat grootschalige energie opwek binnen gebieden realistisch, milieu technisch, maatschappelijk (draagvlak) en financieel (lokaal eigenaarschap) haalbaar is. We voeren hiervoor een maatschappelijke kosten/batenanalyse en/of een omgevingseffectrapportage (OER) uit.

5. Stimulering van particuliere en zakelijke initiatieven en ontwikkelingen

Naast grootschalige energieoplossingen zijn ook kleine oplossingen nodig. Dat betekent dat wij kleinschalige oplossingen zoals zon-op-dak maximaal willen benutten. Hiervoor kunnen we bewoners en bedrijven faciliteren in de zoektocht naar en/of het verstrekken van (rijks)subsidies voor zonnepanelen en proeftuinen voor aardgasvrije wijken. Voor nieuwbouw geldt dat we multifunctioneel gebruik van de openbare ruimte stimuleren voor wat betreft wonen, werken, recreëren en energieopwekking, mits een initiatief een bijdrage levert aan de koers van de Structuurvisie Teylingen.

Dit betekent dat wij:

  1. Zonnepanelen op daken stimuleren en onderzoeken hoe we de overige benodigde duurzame energie gaan opwekken.

  2. Faciliteren bij het zoeken en/of verstrekken van de juiste subsidies.

  3. Multifunctioneel gebruik willen gaan maken van nieuw- en herbouwlocaties.

  4. Ervoor willen zorgen dat inwoners kunnen profiteren van initiatieven voor grootschalige opwek.

6. Herbezinning van de ruimtelijke restricties van Rijk, provincie en gemeenten

De gemeente is ervan overtuigd dat windenergie onmisbaar is in de totale duurzame energiemix. Vasthouden aan de restricties in de waardevolle graslanden (in het Groene Hart) en bollenvelden kan betekenen dat de opgave voor duurzame opwek onevenredig zwaar drukt op andere delen van de regio Holland Rijnland. Wij hechten aan een vorm van evenredige spreiding in de opgave. Op voorhand blijven handhaven van ruimtelijke restricties, zorgt ervoor dat de beoogde verduurzamingsdoelstellingen niet gehaald gaan worden.

Dit betekent dat wij binnen de samenwerking met de Holland Rijnland gemeenten:

  1. Op zoek gaan naar landelijk fiscale of financiële maatregelen (wetgeving) en samenwerking zoeken met onze omliggende gemeenten, Omgevingsdienst, provincie en rijk.

  2. In samenwerking met andere gemeenten en provincie het omgevingsbeleid flexibeler gaan maken voor de realisatie van grootschalige wind- en zonne-energie. We stemmen dit in een vroegtijdig stadium met elkaar af.

  3. Bij het rijk extra financiële middelen vrij willen maken om onze doelstellingen voor mobiliteit te realiseren.

Amendement 3 juni 2021 van VVD, Trilokaal en D66

I) De RES 1.0 wordt vastgesteld met dien verstande dat de gemeente Teylingen zelf de regie wil houden door de volgende prioritering aan te brengen:

  1. De inspanning wordt in eerste instantie gericht op ‘no regret’-maatregelen zoals (meer) zonnepanelen op daken van bedrijven, openbare gebouwen en van particulieren (waaronder ook die van stichtingen/verenigingen);

  2. De informatievoorziening over energiebesparende maatregelen richting inwoners wordt geoptimaliseerd, o.a. door de inzet van energiecoaches en voorlichting via de gemeentelijke website;

  3. In de komende jaren (2021-2025) verkenningen worden uitgevoerd, inclusief participatietrajecten, om te onderzoeken wat haalbaar is om op enige wijze uiteindelijk in 2050 100% energieneutraal te zijn binnen de eigen gemeentegrenzen.

II) Het bovenstaande besluitpunt uit te dragen binnen het verband van Holland Rijnland, de Provincie Zuid-Holland en elders waar nodig.

III) Te inventariseren uiterlijk 1 oktober 2021 welke acties nodig zijn om verder invulling te geven aan de RES 1.0

IV) Het college van Burgemeester en Wethouders de opdracht te geven om waar mogelijk en gewenst de RES 1.0 mee te nemen in verankering van (omgevings-)beleid, in afstemming met de Regionale Omgevingsagenda Holland Rijnland.