Onze randvoorwaarden
De gemeenteraad van Lisse heeft bepaald wat wij als gemeente wel en niet willen in de energietransitie. Dit noemen we uitgangspunten. De uitgangspunten zijn gebruikt om deze LES vorm te geven. Onderstaand beschrijven we hoe we tot de uitgangspunten zijn gekomen.
Op 17 augustus 2020 hielden we een bijeenkomst met de beleidsafdelingen van de gemeente. Dit leverde twee lijsten op met eerste uitgangspunten: uitgangspunten voor de warmtetransitie (zie Transitievisie Warmte) en een lijst met uitgangspunten voor de LES. De uitgangspunten voor de LES zijn aangevuld met de uitgangspunten van de Regionale Energiestrategie Holland Rijnland en het bestaande gemeentelijke beleid.
Vervolgens toetsten we de uitgangspunten bij netbeheerder Liander, omdat mogelijke knelpunten op het net invloed hebben op de strategie en uitgangspunten. Ook vroegen we een aantal van onze inwoners en andere organisaties om te reageren op de uitgangspunten. De resultaten van het participatietraject zijn verwerkt in de uitgangspunten. De lijst met uitgangspunten is voorgelegd aan het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad van Lisse en op 25 maart 2021 door de gemeenteraad vastgesteld.
Gesprekken met inwoners en organisaties
De gesprekken met inwoners, ondernemers, professionele stakeholders, belangenorganisaties en bestuurders heeft duidelijk gemaakt dat er veel te doen is over de grootschalige opwek met wind en zon. Aan de orde is geweest hoe en in welke mate wij met duurzame vormen van energie aan de slag willen en wat daarbij randvoorwaarden en uitgangspunten zouden moeten zijn. Hieruit is een aantal beelden naar voren gekomen.
De productie van grootschalige elektriciteit (zowel zon, als wind) dient bij voorkeur langs infrastructuur plaats te vinden. Zo worden al ‘verstoorde’ gedeeltes van het landschap beter benut en wordt het buitengebied zo veel mogelijk ongemoeid gelaten.
Tijdens de meedenksessie op 16 juni (Bron: verslag meedenksessie) is de wens geuit om zon op daken maximaal te benutten. Bedrijfsdaken kunnen daarbij direct benut worden of via een energie coöperatie. Er zijn vele grote daken in de gemeente, denk daarbij aan daken van grote panden zoals distributiecentrum C&A, maar ook aan de daken van bedrijven en bollenschuren. Bij huurders kan de woningcorporatie STEK, naast energiebesparing, zorgen voor meer zonPV op daken. In dit alles kan de gemeente aanjager zijn waarbij er oog is voor de creativiteit van inwoners om tot projecten te komen.
Uit de meedenksessie werd duidelijk dat het grootste deel van de deelnemers geen ruimte ziet in de gemeente Lisse voor grootschalige opwek, vooral niet met windparken. Zonneparken behoren volgens hen eerder tot de mogelijkheden. Neemt niet weg dat enerzijds deelnemers vraagtekens zetten bij de ruimtelijke inpassing van zonneparken en anderzijds aandacht vragen voor de gecombineerde toepassing van zon en wind.
Suggesties voor locaties zonPV zijn meegegeven zoals parkeerterrein Keukenhof, sportpark Ter Specke (parkeren en daken), als geluidwal bij de Randweg, als overdekking van fietspaden, en langs dijken en de spoorlijn. Voor zonPV velden zijn ook de weilanden genoemd die uit het zicht liggen zoals tussen de Keukenhof en de spoorlijn.
Randvoorwaarden vanuit ontwerp omgevingsvisie
In de ontwerp omgevingsvisie ‘Samen maken we een levendig Lisse’ schetsen we de keuzes om van Lisse een nog levendigere plaats te maken om te wonen, te werken en te verblijven. Het multifunctioneel inzetten van gebieden is belangrijk voor de energietransitie. Het vrije landoppervlak in Nederland en zeker in Lisse is schaars. Daarom moeten we hier slim gebruik van te maken. De omgevingsvisie van Lisse is tijdens het opleveren van deze LES in de ontwerpfase. Zie het onderstaande grijze kader voor nadere toelichting.
Omgevingsvisie Lisse De uitkomsten van de RES 1.0 en LES Lisse borgen we in de omgevingsvisie en het omgevingsplan. In de Omgevingsvisie Lisse 2040 – Ontwerp (Samenwerken aan een levendig Lisse) staat onder andere: Om te zorgen dat onze gemeente ook voor toekomstige generaties nog bloeit, gaan we als Lisse voor duurzaam. We willen in 2050 energieneutraal zijn: dat doen we door enerzijds energie te besparen en anderzijds door het duurzaam opwekken van elektriciteit.
We geven eerst prioriteit aan het uitvoeren van energiebesparende maatregelen en zonnepanelen op daken. Om in 2050 energieneutraal te zijn, zijn zonnepanelen op daken niet afdoende. Daarom zijn in de RES 1.0 zoekgebieden opgenomen voor windturbines en zonnevelden in Lisse. Voor de zoekgebieden geldt dat we op gemeentelijk niveau een nadere uitwerking maken in een Lokale Energie Strategie (LES) om de mogelijkheden te verkennen. In alle gevallen zoeken we daarbij naar functiecombinaties (bijvoorbeeld met natuurontwikkeling, recreatieve functies, waterberging en/of landbouw) en een goede landschappelijke inpassing.
Vastgestelde uitgangspunten
De gemeenteraad heeft de uitgangspunten voor de LES vastgesteld op 25 maart 2021 op basis waarvan de energietransitie in de gemeente Lisse verder vorm kan krijgen. Het betreft de volgende vijf uitgangspunten:
-
Versterking van landschapselementen en toerisme;
-
Alleen de bollenvelden worden op voorhand uitgesloten voor energieopwekking; initiatieven voor duurzame energieopwekking worden voorgelegd voor goedkeuring aan de gemeenteraad en zijn bij voorkeur langs infrastructuur en op daken;
-
Stimulering particuliere en zakelijke initiatieven en ontwikkelingen;
-
In Holland Rijnland verband optrekken richting Rijk, provincie en gemeenten;
-
Inzet op het voorkomen en tegengaan van energiearmoede.
Toelichting op de vastgestelde uitgangspunten kunt u terugvinden in de Bijlage: Uitgangspunten LES gemeente Lisse.
Goed omgaan met initiatieven vanuit de samenleving
Om de energietransitie mogelijk te maken moeten zowel overheden, ondernemers, organisaties als inwoners plannen maken en initiatieven ontwikkelen.
Om grootschalige initiatieven als gemeente goed te kunnen beoordelen is een maatschappelijke kostenbatenanalyse (MKBA) en/of een omgevingseffectrapportage (OER) gewenst. Dit zorgt ervoor dat de effecten van een initiatief in hun volle breedte in een vroeg stadium bekend zijn. De initiatieven moeten aansluiten bij de omgevingsvisie. Ook is een belangrijke randvoorwaarde uit het Klimaatakkoord dat minimaal 50% lokaal eigenaarschap van het betreffende wind- of zonnepark mogelijk wordt gemaakt. Op deze manier ervaren inwoners naast de ‘lasten’ van dergelijke initiatieven ook de ‘lusten’. Dat zorgt op haar beurt weer voor meer draagvlak en betrokkenheid, wat de kans van slagen van een project vergroot.