Waar kun je aan denken tot 2030?
Na het vaststellen van de Lokale Energiestrategie stellen we een uitvoeringsplan op waarmee wij de energietransitie op een verantwoorde manier kunnen versnellen. In deze paragraaf beschrijven we op hoofdlijnen welke activiteiten onderdeel kunnen worden van het uitvoeringsplan en wat onze rol als gemeente kan zijn. Het spreekt voor zich dat de gemeente daarbij instrumenten inzet en gebruik maakt van subsidies die rijk, provincie en regio biedt. In de uitvoering wordt daar waar zinvol afgestemd en samengewerkt in HLT, DBS of Holland Rijnland10 verband.
Als opmaat naar het uitvoeringsprogramma lichten we een aantal mogelijkheden toe gericht op het halen van de doelen in 2030.
1. Warmte: Energiebesparing & onderzoeken collectieve en individuele warmte oplossingen
De TVW beschrijft op hoofdlijnen welke activiteiten onderdeel worden van het uitvoeringsprogramma warmte en wat onze rol als gemeente in de warmtetransitie is. In deze LES gaan we daarom niet verder in op energiebesparing en duurzame warmte in gebouwen.
2. Elektriciteit: Faciliteren duurzame opwek
Het is een flinke opgave om 159 TJ duurzaam op te wekken in 2030. De gemeente gaat kleinschalige en middelgrote duurzame opwek op verschillende manieren faciliteren.
Partijen bij elkaar te brengen
De gemeente onderzoekt, daar waar zij een leidende rol heeft, samen met betrokkenen de kansen om werkzaamheden te combineren. Dit doen wij door netbeheerders, woningcorporaties, bedrijven en andere georganiseerde belanghebbenden met elkaar in contact te brengen over bepaalde vragen of gebieden. Ook wil de gemeente in samenwerking met de energiecoöperatie Hillezon de energietransitie voor onze inwoners en bedrijven zo laagdrempelig mogelijk maken.
Stimuleren van initiatieven
De gemeente stimuleert initiatieven die aangedragen worden en zet juridische en financiële instrumenten in om zo de uitvoering mogelijk te maken.
Communicatie
Wij motiveren en ondersteunen onze inwoners actief om zonnepanelen op daken te leggen o.a. door goede informatievoorziening, bij de juiste mensen op het juiste moment, en door aan te sluiten bij hun motivaties. We zetten alle vormen van communicatie in: online, offline, persoonlijk contact. Denk hierbij bijvoorbeeld aan workshops, bewonersavonden en bezoeken aan de wijk.
Nauwe samenwerking met de netbeheerder
Gericht op het optimaal inpassen van duurzame energieprojecten, al dan niet met behulp van energieopslag, in het bestaande elektriciteitsnet zonder dat netuitbreiding nodig is.
In het uitvoeringsplan geven we aan:
-
Op welke groepen vastgoed het programma gericht is (zoals particuliere woningen, VvE’s, corporatiebezit, particuliere huur, kantoren, bedrijfspanden, agrariërs)
-
Op welke doelgroepen het programma focust (denk aan onderscheid binnen woningen op leeftijd, inkomen en type bewoners (huurders/eigenaren), etc.)
-
Welke partijen we betrekken en wat ieders rol gaat zijn (bedrijven met grote (dak)oppervlakte, netbeheerder, woningcorporaties, energie coöperaties, uitvoerende bedrijven (aannemers), energiecoaches, bouwmarkten etc.)
-
Wat nodig is om de verschillende groepen stappen te laten zetten op het gebied van duurzame opwek (denk aan informatie delen, duurzaamheidsleningen)
-
Wat de gemeente per doelgroep of wijk gaat doen en wanneer
-
Hoe aan te sluiten op landelijke programma’s
-
Hoeveel budget, tijd en inzet nodig is voor het uitvoeren van het programma.
3. Mobiliteit: Faciliteren duurzame mobiliteit
De doelstelling is om in 2030 11% te besparen op het energieverbruik van de mobiliteit ten opzichte van 2014. In het Mobiliteitsplan en het daarbij behorende uitvoeringsprogramma worden concrete maatregelen opgenomen om de genoemde doelstelling te bereiken. In deze LES gaan we daarom niet heel diep in op besparingen in mobiliteit.
4. Gedragsverandering gebouwde omgeving en bedrijven: Doelgroepen aanpak
De drie thema’s warmte, elektriciteit en mobiliteit worden bij voorkeur gecombineerd in de communicatie en uitvoering, zie hoofdstuk 'Communicatie en participatie' . Waar mogelijk aangevuld met programma's op het gebied van klimaatadaptatie en biodiversiteit. Dit vergt verregaande afstemming tussen verschillende beleidsterreinen maar wordt door inwoners en bedrijven als prettig ervaren. In een doelgroep en/of gebiedsgerichte aanpak wordt zo een compleet pakket voor het verduurzamen van wonen en werken beoogd. Het gaat daarbij in essentie om gedragsverandering en wat nodig is om tot deze verandering te komen. De aandacht gaat daarbij uit naar de grotere doelgroepen die niet uit zichzelf veranderen maar waarvoor het belangrijk is dat de drempel om te veranderen zo laag mogelijk wordt gemaakt. De urgentie en noodzaak moet gevoeld worden en ook moet een handelingsperspectief geboden worden dat bij deze doelgroepen past en dat voordelen biedt die ertoe doen.
5. Voorbeeldprojecten
De gemeente gaat inzetten op voorbeeldprojecten die de zichtbaarheid en het draagvlak van duurzame energie vergroten en daarmee een stimulans zijn voor de transitie. Zo kunnen energieprojecten nabij sportcentrum De Vosse, sportvelden De Zanderij en het NS-station mogelijk voorbeeldproject worden.
6. Onderzoeken locaties zon- en wind projecten
Voor 2025 hebben we uitgebreider onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor zon- en windprojecten in de gemeente, eventueel in samenwerking met HLT, DBS of Holland Rijnland en in samenwerking met diverse partners. De gemeente gaat een traject starten om de mogelijkheden voor locaties nader te onderzoeken, op het gebied van draagvlak, ruimtelijke inpassing, kosten, vergunningen, noodzaak energieopslag en netinpassing. Het is belangrijk locaties snel te identificeren zodat ruimtes tijdig gereserveerd kunnen worden voor duurzame opwek.