Het klimaat verandert

Het klimaat verandert; het wordt steeds warmer op de aarde. Dit komt doordat er steeds meer broeikasgassen – zoals CO2 – in de lucht komen door bijvoorbeeld autoverkeer, de industrie, energieproductie en energiegebruik.

Opwarming van de aarde is een gevaar voor mens en natuur. In sommige landen wordt het droger en droger, terwijl in andere landen juist steeds meer overstromingen plaatsvinden door extremer weer en het stijgen van de zeespiegel.

Met zijn allen kunnen we ervoor zorgen dat de aarde niet nóg meer opwarmt. In het Klimaatakkoord is daarom afgesproken dat de CO2-uitstoot in 2030 49% minder moet zijn (ten opzichte van 1990). In 2050 mag er bijna helemaal geen CO2-uitstoot meer zijn: 95% minder dan in 1990.

Dit betekent dat we dingen anders moeten gaan doen; duurzaam. Dat begint met het besparen van energie door woningen te isoleren en op een andere manier te reizen. De energie die we dan nog wel gebruiken, moeten we op een andere manier opwekken. Dat kan op verschillende manieren, zoals aardwarmte of elektriciteit die opgewekt is door windmolens of zonnepanelen. Zo zorgen we er zo snel mogelijk voor dat we veel minder aardgas, diesel of benzine gebruiken.